Bernina Paspelvoet 38

De Bernina paspelvoet 38 wordt vaak ook als ongelijke naaivoet aangeduid, aangezien de hoogte van de onderkanten variëren. Daardoor is de naaivoet ideaal voor het vervaardigen van smalle tot middelmatig grote paspels en voor het naaien van oneven stoflagen. De rechterkant van de Bernina paspelvoet 38 ligt hoger waardoor de stoflagen tijdens het naaien goed onder de voet door kunnen glijden. Naast het werken met paspels is de voet ook voor het aannaaien van dikke banden, koorden of klittenband geschikt. De naald kan de rand van de band uitstekend beetpakken als de band onder de hogere kant precies langs de rand van het dikkere voetdeel links ligt.

Werkwijze
Steekkeuze: rechte steek
Steekbreedte: 0
Steeklengte: 2.5 - 3 mm
Naaldstand: midden

Oneffen lagen stof aan elkaar naaien
› Speld of rijg de gewenste laag stof met omgevouwen rafelrand op de andere laag stof.
› Leg de stof onder de naaivoet, zodat de verhoogde stofrand tegen het verhoogde gedeelte van de naaivoet ligt en daardoor als geleider dient.
› Naai de andere kant indien nodig op dezelfde manier vast.

Minipaspel
De paspelvoet nr. 38 is alleen geschikt voor een smalle paspel.
› Knip een schuine bies (koorddikte + ca. 1 cm naadtoeslag aan beide kanten + 3 cm lengtetoeslag) en vouw of strijk deze op de helft.
› Speld of rijg de paspel precies op de rafelrand op de goede kant van de stof.
› Leg de paspel (schuine bies + koord) zó onder de naaivoet, dat deze tegen het verhoogde gedeelte van de naaivoet ligt. De naald steekt net naast het koordje in de stof.
› Leg het andere stofdeel op de stoflaag met de paspel (goede kant op elkaar), zodat de randen precies op elkaar liggen en speld de lagen met kopspelden vast. Tijdens het naaien ligt de paspel aan de bovenkant, zodat de voorafgaande stiklijn als geleider dient.